staticsite/public/index.json

1 line
67 KiB
JSON
Raw Normal View History

2020-12-09 00:23:56 +00:00
[{"categories":"NL ; loonbelasting","content":"Na afkondiging Beschikking van de Minister van Financiën van 24 juli 2016, Staatbesluit van 7 september 2016 en\rStaatsbesluit van 15 december 2016\n\nLoonbelasting wordt ingehouden op het inkomen\ruit dienstbetrekking door een inhoudingsplichtige (meestal de werkgever).\nDe Wet Loonbelasting bepaalt wie loonbelasting dient in te houden. De loonbelasting is de eindheffing voor degenen\rdie slechts één dienstbetrekking hebben en ook geen andere bronnen van inkomen hebben. Anders is de loonbelasting een\rvoorheffing op de inkomstenbelasting.\nDe loonbelasting aangifte moet worden\ringediend op de zevende werkdag van de maand volgend op die waarin de\rloonperiode is geëindigd. De betaling van de verschuldigde loonbelasting dient\rgelijktijdig te geschieden op de dag dat de loonbelasting aangifte wordt\ringediend.\nIn geval van niet-naleving van de loonheffing\ren/ of betalingsverplichtingen, kan de Inspecteur een aanvullende\rbelastingaanslag opleggen met een boete die varieert tussen 10% en 100% van de\rverschuldigde belastingen.\n\nOp grond van de Wet Loonbelasting wordt de belasting geheven over het zuiver loon (= loon verminderd met de\raftrekbare kosten). De wet bepaalt dat loon al hetgeen is, onder welke naam en in welke vorm ook, uit een\rdienstbetrekking of een vroegere dienstbetrekking wordt genoten. Het gevolg hiervan is dat ieder voordeel dat\rde werknemer geniet uit de werkgevers-werknemers relatie in beginsel is belast. In beginsel omdat de wetgever erin\rheeft voorzien om bepaalde aanspraken en vergoedingen niet tot het loon te rekenen. Loon in natura wordt ook gezien\rals loon uit dienstbetrekking. De Aftrekbare\rkosten zijn gesteld op 4% van het loon met een maximum van SRD 1.200,- per\rjaar.\nTot het loon behoren niet:\nOnkostenvergoedingen, indien de inhoudingsplichtige overtuigend kan aantonen dat en in hoeverre deze betrekking\rhebben op noodzakelijke, rechtstreeks uit het vervullen van de dienstbetrekking voortvloeiende kosten. Daarnaast behoren niet tot het loon:\n\rAanspraken die berusten op een pensioenregeling\rAanspraken ingevolge de Surinaamse Ongevallenregeling\rUitkeringen en verstrekkingen ingevolge een aanspraak die tot het loon behoort\rBedragen welke worden ingehouden wegens verplichte bijdrage ingevolge een pensioenregeling\rDe waarde van het vervoer betreffende het in de regel dagelijks reizen van de werknemer tussen zijn woning of\rverblijfplaats en de plaats van zijn werkzaamheden, voor zover het vervoer door of vanwege de werkgever plaatsvindt\r\rUitkeringen aan kinderbijslag tot een bedrag van SRD 50,- per kind per maand tot een maximum van SRD 200,- (4\rkinderen) per maand \rVakantie uitkeringen tot, per jaar, het bedrag van het loon over een maand met een maximum van SRD 4.000,- \rGratificaties of bonussen tot het bedrag gelijk aan het loon over een maand, met een maximum van SRD 4.000,- \rAanspraken op uitkeringen wegens overlijden of invaliditeit ten gevolge van een ongeval\rAanspraken op periodieke uitkeringen ter vervanging van gederfd of te derven loon\rUitkeringen en verstrekkingen tot dekking van op de werknemer drukkende kosten ter zake van bevalling, ziekte en\rinvaliditeit\rUitkeringen en verstrekkingen ter zake van overlijden\rVerstrekkingen in de vorm van door de werkgever, ten behoeve van de werknemer verzorgde opleidingen\rUitkeringen en verstrekkingen tot vergoeding van door de werknemer in verband met zijn dienstbetrekking geleden\rschade aan of verlies van zijn goederen \rAanspraken op jubileum uitkeringen\rEen pensioenuitkering, tot twee maal het AOV bedrag per jaar. Vanaf 1 november 2020: SRD 750,- maal 2 is SRD\r1.500,-. Voor het jaar 2020: SRD 13.500,-.\rKoerscompensatie met een maximum van SRD 100,- per maand. November 2020 en december 2020: maximum verhoogd met een\rextra SRD 300,- per maand ingeval het loon niet meer dan SRD 12.500,- per maand bedraagt. De werkgever dient een\rextra koerscompensatie te verstrekken aan de werknemer. De extra vrijstelling mag niet gebruikt worden om het\rbestaande belastb